Historie

Het programmaboekje uit 1927

Bij het 35-jarig bestaan

In 1927 werd het 35-jarig bestaan van ons koor groots gevierd met de organisatie van een Groot Nationaal Zangconcours. Het koor heette toen nog ‘Zanglust’. Het concours nam drie dagen in beslag, waarin Broek in Waterland werd overspoeld door koren die vanuit het hele land met bussen arriveerden.

Het bewaard gebleven programma (“Feestgids”) van 66 pagina’s is een bron van informatie. Zo zullen koorleden die in Broek zijn opgegroeid, veel namen van het “Eere-comitĂ©” herkennen. En het Broeker Huis was destijds ook al een begrip, maar dan in de vorm van het cafĂ© op de hoek van het Kerkplein.

Tijdens het concours zong ieder koor een verplicht lied en een zelf gekozen lied. Alle liedteksten stonden in het programma afgedrukt. Dat geeft ons een aardig kijkje in het repertoire van toen. Waarover zongen de koren?

Lyrische teksten

Als je het programma doorbladert, zie je vrijwel uitsluitend Nederlandse liederen van componisten die we nu niet meer kennen. Veel romantische teksten, vaak met een hoofdrol voor de zon: vriend’lijk zonlicht, een hoogstaande zonne, de zon die ter kimme is gegaan, de zon die door ’t loover scheen. Ook werden onze Nederlandse landschappen veelvuldig beschreven. Vaak op zomerse avonden: met velden en dreven, groene wouden, bloeiend koren, zachte wind, zoete geuren, koele dauw, rimp’lend water en vogeltjes in het lommer.

Lispelen, ritselen en ruisen

Ook geluiden werden in de liedteksten beschreven in lyrische bewoordingen: wonderschoone harptonen, zilveren klokjes, galmende jagershoornen, lispelende twijgen, plechtig zwijgen, kweelende nachtegalen, suizende wind, kost’lijk vooglenlied, zwijgende golven, ritselende oeverzoomen, ruischende halmen, hemelsche accoorden…

Zielsverdriet

Onze lieve Heer speelde in veel liederen een belangrijke rol, passend bij die tijd. Vaak vaak was dat in een slotregel, soms bewonderend, lofzingend: Wat is alles schoon, o Heer! Heft uw oog, blij omhoog! Dan weer deemoedig buigend voor zijn macht. Of geruststellend: God houdt de wacht!

En de aardse liefde? Tja, die werd in de koorliederen van 1927 veel minder bezongen. Slechts sporadisch ging het over de liefde. Eenmaal met een innig minnelied, maar ook in de vorm van diepgedragen zielsverdriet. En ergens lezen we zowaar: “Zijn lippen brachten haar den teersten groet! En hun hart van zang vloeide over.”